zondag 9 januari 2011

Ontnuchteren in Edinburgh

Hier in Engeland hebben alle universiteiten geen twee, maar drie weken kerstvakantie. Deze week had ik daarom nog vrij en ben ik – met veel moeite – naar Edinburgh geweest, de hoofdstad van Schotland.
Het klagen over de NS kreeg in het Verenigd Koninkrijk een nieuwe dimensie. Hier zijn de spoormaatschappijen geprivatiseerd en dat betekent dat er allemaal verschillende treinen door het land rijden, elk met eigen kaartjes en systemen. Ook geldt hier het principe dat hoe eerder je boekt, hoe goedkoper je kaartje is. Net als met het vliegtuig dus. Als je er vroeg bij bent, kan je voor ongeveer €40 naar Edinburgh en weer terug (ongeveer 3 uur). Ben je er laat bij en reis je in de spits, dan betaal je de hoofdprijs, zo’n €100. Ik had mijn kaartjes drie weken geleden ongeveer geboekt, met mijn vaders creditcard. Daar zat alleen een probleem: ik kon mijn kaartjes op het station niet ophalen, omdat ik de creditcard nodig had waar ik mee betaald had. De hele situatie heb ik meerdere malen uitgelegd op het station en aan de telefoon, maar helaas pindakaas: ik had die creditcard echt nodig. Mijn vader heeft toen nog gebeld en ontzettend veel moeite gedaan (thanks a lot!!), weer zonder resultaat. Eind van het liedje was dat ik de kaartjes opnieuw moest kopen, oftewel €60 voor niks uitgegeven.
Maar goed. Maandagochtend zat ik dan toch in de trein op weg naar Edinburgh. Omdat de meeste anderen hier in Mary Morris al geweest waren, ging ik in mijn eentje en dat was ook weer een nieuw avontuur op zich. Om 11.00 stond ik al in hartje Edinburgh, ingecheckt in het hostel en wel. Het was erg rustig overal in de stad, waarschijnlijk omdat iedereen nog aan het bijkomen was van Hogmany, een groot festival dat gevierd wordt met oud & nieuw.
Edinburgh’s centrum bestaat uit twee delen: de Middeleeuwse Old Town en een later aangelegde New Town. In de Old Town ligt Edinburgh’s bekendste attractie: Edinburgh Castle. Van hieruit loopt een straat, de Royal Mile, naar het paleis van de koning aan de andere kant van de Old Town. Daar is sinds 1999 ook het Schotse parlement te vinden, want Schotland heeft sinds dat jaar een eigen regering (in tegenstelling tot Wales en Noord-Ierland, die vallen onder de Engelse regering). De Schotten zijn nu eigen baas, want ze zijn (eigenlijk net als de Welshmen) een trots volkje. Het oorlogsmuseum in het kasteel liet zien hoe belangrijk oorlogen voor de Schotse identiteit zijn geweest.
De Old Town is nog echt Middeleeuws, vol met smalle straatjes, mooie gebouwen en veel doorkijkjes en afsnijdroutes. Omdat dit gedeelte zo volgebouwd is, verspreidden ziektes, zoals de pest, zich bijvoorbeeld snel. Ook heb je een paar bruggen naar het noorden, waarvan je slechts twee van de 19 bogen kan zien, omdat de omgeving eromheen helemaal volgebouwd is. Later is er aan de noordkant de New Town bijgebouwd, die totaal anders is, in Georgian stijl. Dit gedeelte is oorspronkelijk ontworpen door een 22-jarige, die koos voor rechte en brede straten. Terwijl er in de Old Town elk patroon ontbreekt, is de New Town heel logisch en overzichtelijk.
Tussen de twee Towns ligt tegenwoordig een groot park, met daarin het treinstation. Vroeger was dit een kunstmatig aangelegd meer om de Old Town te beschermen. Omdat Princess Street, de hoofdstraat in de New Town, niet bebouwd is aan de zuidkant, kan je dit park goed zien en heb je een prachtig uitzicht op Edinburgh Castle.
In het oosten heb je verder nog twee heuvels, waarvan Holyrood Park de spectaculairste is. Holyrood Park was vroeger een vulkaan en is nu een ruig stukje natuur midden in de stad. (De heuvel waar Edinburgh Castle op gebouwd is, was oorspronkelijk ook een vulkaan.) Op het hoogste punt, Arthur’s Seat, heb je een mooi uitzicht over de hele regio. Aan de ene kant zie je de zee en de haven (Edinburgh ligt aan zee), aan de andere kant zie je sneeuwbedekte bergtoppen.
Ik heb verder nog een paar toffe musea bezocht: in noordwesten ligt National Gallery of Modern Art en Dean’s Gallery, twee musea met moderne kunst. In Dean’s Gallery was een grote overzichtstentoonstelling te vinden over surrealisme en dada, dus veel Dalí, Miro en anderen. Erg mooi en grappig. In een ander museum, the National Gallery of Scotland, hingen veel Nederlandse meesters, zoals Vermeer. Persoonlijk hoogtepuntje was een schilderij met daarop het Valkhof en de Waal bij Nijmegen.
Dan nog de cd-winkels in Edinburgh: Fopp en Avalanche waren heel erg chill. Veel cd’s voor £3 en £5, dat zijn nog eens prijzen. Met mijn tas vol met nieuwe cd’s ben ik dan ook teruggekomen in Leeds. Helemaal kapot, dat ook. Omdat ik in mijn eentje was, ga je toch niet zo snel ergens even zitten en wat drinken (ik niet, althans). Ik heb er nog even extra op gelet. Je had eigenlijk twee categorieën ‘alleen-zitters’ in cafés: de ene groep die ergens (met overtuiging!) mee bezig is (lezen, schrijven) en de andere groep waar de verveling vanaf spat en zo snel mogelijk verder wil. Ik denk dat ik na drie dagen Edinburgh verschoven ben van de tweede naar de eerste categorie.
Mijn kamergenoten in mijn hostel, dat trouwens ideaal in het centrum lag, waren een beetje weird. Een gast kwam uit Bradford (vlakbij Leeds) en werkte nu tijdelijk in Edinburgh voor een paar maanden. Ik begreep niet helemaal waarom hij in een hostel woonde en kon het ook wat minder waarderen toen hij beide ochtenden om 5.30 opstond om naar zijn werk te gaan. Gelukkig ontmoette ik op dag 2 nog twee Brazilianen, die wel chill waren. Het enige nadeel was dat vooral het meisje nauwelijks Engels kon, dus ze waren de hele tijd met z’n tweeën Portugees aan het praten. Met hen heb ik nog een beetje het Edinburghse nachtleven verkend rond de Grassmarkets, maar het was zo rustig, dat het niet heel bijzonder was.
De beste wensen nog, trouwens! Ik heb een mooi oud & nieuw gehad, alhoewel ik totaal geen vuurwerk heb gezien en de countdown om 00.00 volledig aan me voorbij is gegaan.  We waren met een grote groep internationale studenten naar de O2 Academy, een soort Paradiso-achtig iets. Mijn goede voornemen voor aankomend jaar is in ieder geval om geen pure Jack Daniel’s meer te drinken. Nieuwjaarsdag begon met een kater.

Nog even een herinnering aan kerst: hier zijn de toetjes die ik gemaakt had. Het recept? Torentjes van zelfgemaakte kletskoppen en notenijs, met chocoladesaus. Allerhande, wat moet ik toch zonder jou?

1 opmerking:

  1. Sounds good, again!
    Lekker zeg, die 3 weken vakantie. En mooi dat je dan na veel gedoe toch nog je tripje hebt kunnen maken. Dat toetje ziet er héérlijk uit, mag je wel een keer maken als je weer terug bent!;)
    Groetjes van de onderbuurvrouw, wat mist ze je toch!
    X

    BeantwoordenVerwijderen