donderdag 30 september 2010

Inburgeren

De colleges zijn nu echt begonnen. Ik heb vier vakken en elk vak heeft een college per week. Het aantal verplichte uren is dus erg laag en woensdag en vrijdag ben ik mede daardoor vrij.  Erg fijn als ik bijvoorbeeld nog wat weekendtripjes wil plannen. Ook qua tentamens zit het wel goed: tot nu toe heb ik er maar een. Daar staat tegenover dat ik voor bijna elk vak wel essays moet schrijven, dus die vrije tijd is ook wel nodig volgens mij. Je hebt daardoor weinig verplichte boeken die je moet lezen, maar een hele lijst per vak met boeken en artikelen waar bruikbare dingen in kunnen staan.
De colleges zijn hier anders van opzet. Vaak heb je eerst een uur college en daarna een uur een seminar. Dit bestaat vooral uit een groepsdiscussie. Hiervoor moet je van tevoren artikelen hebben gelezen om mee te kunnen praten. De colleges zijn dus veel interactiever en die aanpak lijkt me wel goed, want je merkt echt dat (bijna) iedereen meedenkt en veel meer bezig is met 'ons vak'.
Ik volg vakken voor tweede- en derdejaars studenten, dus ik zit eigenlijk in twee groepen. Deze groepen zijn relatief klein (zo’n 20-30 man), vergelijkbaar met mijn studie in Groningen. Het was daarom ook meteen duidelijk dat ik nieuw was, want iedereen kent elkaar. Gelukkig is er nog een meisje uit Sydney die ook op uitwisseling is, dus ik ben niet de enige. We merkten allebei al dat het lastig kan zijn om tussen de Engelsen te komen, omdat ze elkaar allemaal al kennen. Hopelijk leer ik ze beter kennen, omdat we best wat groepwerk moeten doen.
Behalve dat het lastig is om ‘er tussen te komen’, praten de meeste Engelsen met een accent van heb ik jou daar. Lastig te volgen! Dit merkte ik onder andere toen ik maandag na college met wat Engelse lads mee ging, om traditioneel te ontbijten. Sausages, bonen in tomatensaus, spiegeleitje, bacon, wat gefrituurd eten, het was er allemaal. Het goorste was zonder twijfel black pudding, een naam die de lading niet echt dekt. Het is pikzwart, toegegeven, maar pudding? Varkensbloed waar worst van is gemaakt noem ik geen pudding. Als je op Google naar wat plaatjes zoekt, zie je hoe goor het eruit ziet. Qua smaak was het nog wel oké, maar het verhaal erachter…
In York, waar ik afgelopen zondag was, had ik wel een lekkere lunch besteld: jacket potatoes. Het idee is simpel: je kookt een grote aardappel met schil, snijdt hem open als een broodje en doe er kaas en bacon op. Erg lekker. York was erg gezellig, met veel bekenden van Mary Morris. Het stadje was zelf ook mooi om te zien, maar ik had het wel wat groter verwacht, omdat het zo’n populaire stad is. Het is wel een vet idee dat de Romeinen helemaal tot aan York gekomen zijn.
Morgen hebben we een etentje georganiseerd met heel onze gang, om iedereen wat beter te leren kennen. Met een paar van de ganggenoten trek ik al veel op. Inmiddels heb ik al de bijnaam filthy Jannes (vanwege mijn filthy mind) verdiend en Holly vindt me lijken op Justin Bieber. Het is dus erg gezellig.
Ik heb me trouwens opgegeven voor de wandelclub. De mensen waren wel chill en de trips die ze gepland hebben ook. Volgend weekend (8-10 oktober) ga ik bijvoorbeeld naar Snowdonia, Wales! Wel eerst nog even bergschoenen kopen.

PS Op mijn Facebook staan al wat foto’s van Leeds en York. Dit weekend zal ik (waarschijnlijk) ook wat foto’s op dit blog posten!

Kijk hem shinen: mijn nieuwe fiets. Voor slechts £35 (+ £100 borg) kan ik mezelf de aankomende maanden verplaatsen in Leeds en omstreken. Deze fiets is onderdeel van een project om fietsen populairder te maken in Leeds, vandaar de goedkope prijs. Als echte Nederlander kon ik dit aanbod natuurlijk niet afslaan.

zaterdag 25 september 2010

We're here to help

De introductieweek zit er bijna op. Morgen is er een trip naar York gepland voor internationale studenten en daarna beginnen de colleges echt. Ik heb mijn studentenpas en mijn rooster, dus ik ben klaar om te beginnen. De vakken die ik ga volgen zijn Urban Landscape & Public Space, International Planning, Urban & Regional Regeneration (stadsvernieuwing) en Sustainable Worlds.
Voor dat zover was, moest er nog wel veel gebeuren. Ik stond (volgens mij nog steeds) bij de foute faculteit ingeschreven, maar ik heb wel de juiste vakken in mijn rooster staan. Een beetje vaag, maar het is genoeg om te starten, volgens Angela Hill, de course administrator van mijn studie. Zij zou ervoor zorgen dat de rest in orde komt.
En dat is wel fijn: iedereen wil je helpen. Bij elk introductiepraatje wordt benadrukt dat ‘we’re here to help’. Vaak wordt je wel een paar keer fout doorverwezen, maar uiteindelijk kom je bij de juiste persoon terecht die je verder helpt. Ook op andere terreinen zijn ze erg behulpzaam: in de supermarkt krijg je hulp bij het inpakken van de boodschappen als je wilt, bij het postkantoor staat er iemand bij de ingang die je vertelt naar welke toonbank je moet, in de bus nemen ze de tijd voor je als je een kaartje wilt kopen. Dit alles gaat gepaard met uitspraken als darling, luv en mate (‘there you go, darling’). Een Amerikaans flatgenootje, Ayla, was best pissig op een gast bij een of andere balie omdat ie na elke zin luv zei en zij zoiets had van ‘flikker op, je bent vies en 70, don’t call me luv’. Maar dat is hier dus normaal en ze bedoelen er verder niks mee.
Woensdag organiseerde mijn studie een rondleiding door het centrum van Leeds voor eerstejaars, waar ik ook bij was. De rondleiding was wel tof en ik heb best veel leuke plekken in Leeds gezien. Leeds is mooier dan ik dacht! De rondleiding werd gehouden door een professor van mijn studie, die zichzelf aankondigde als ‘I am top 3 of people who know a lot about Leeds. Fact.’. Een van de raarste dingen die ik heb gezien, is dat ze het treinstation hebben uitgebreid boven de rivier. Het ziet er daaronder heel industrieel, rauw uit. Wel vet. Ik voelde me alleen iets te veel de toerist als ik overal foto’s ging maken, dus dat heb ik maar niet gedaan (die hebben jullie nog tegoed!).
Dan het nachtleven: dat is echt groot. Elke avond is het feest, maar dan ook echt druk. De grotere clubs (met capaciteit van meer dan 1000 man) zijn bijna altijd vol en op de drukste dagen staan er rijen van meer dan drie kwartier. Daar zijn we dan ook maar niet in gaan staan. Het meest opvallende tot nu toe is dat de vrouwen hier als ze uitgaan geen broeken dragen. Bijna iedereen draagt hier een rokje en dan niet tot de knie, maar gewoon tot net onder je kruis. Vaak zonder panty of iets, en als je bedenkt dat ik het ’s nachts al koud heb om over straat te lopen, moet je nagaan hoe koud zij het hebben. Echt ongelofelijk. Een andere trend is dat als een meisje wél een panty draagt, dat ze er dan weer niks over heen aan doet. Onderbroeken spotten, het is nog nooit zo makkelijk geweest. Ik heb daar ook nog maar geen foto’s van gemaakt, maar hopelijk lukt me dat nog.
Tot nu toe trek ik veel op met mensen van Mary Morris, internationale studenten dus. Overdag hebben we vaak eigen programma’s, of gaan we in groepjes naar de stad of uni. ’s Avonds hangen we met z’n allen in de living room en gaan eventueel nog uit. Dat is wel fijn, er is altijd wel iemand die zin heeft om mee te gaan. In een volgend blog zal ik er eens een paar voorstellen aan jullie. Ik heb de mensen uit mijn studiejaar nog niet ontmoet, omdat zij geen echte introductie hebben. Die zie ik maandag pas. Wel heb ik dus eerstejaars van mijn studie ontmoet, maar die zal ik verder niet echt meer zien denk ik.
Inmiddels heb ik een Engels mobiele telefoonnummer: +44 (0) 7879 516458. SMS’en of bellen naar dat nummer is het handigst, omdat ik mijn Nederlandse nummer en SIM kaart nauwelijks zal gebruiken aankomende tijd denk ik.
Om met een anticlimax te eindigen: het rugby wordt hem niet. Het is erg duur voor een paar maanden en het was volgens mij ook niet echt bedoeld voor internationale studenten/mensen die nog nooit gerugbyd hebben. Alle sportverenigingen zijn relatief duur, omdat je voor een heel jaar moet betalen. Andere verenigingen zijn goedkoper, omdat je daar alleen voor hoeft te betalen als je ergens aan deelt neemt. Ik wil misschien bij een wandelclub (het klinkt kut, ik weet het), maar daar schijnen wel toffe mensen rond te lopen (haha, letterlijk) en ik heb er goede verhalen over gehoord. Ik wil namelijk nog graag naar een paar natuurparken (bijvoorbeeld The Lake District) hier in de buurt en zij organiseren daar goedkope trips naartoe. Adam, een Engelse flatgenoot, had ook nog een goed argument: wandelen is sportief, dus dikke meisjes zul je er niet aantreffen. Dinsdag is daar een introductieborrel van, dus dan ga ik eens even kijken hoe het is! En maandag ga ik naar MGMT. Leeds is goed.

Uitzicht vanuit mijn kamer. Spot de eekhoorn, die dagelijks wel een paar keer voorbij komt. Zoals je kan zien: het is de laatste paar dagen mooi weer!

zondag 19 september 2010

En start!

Vrijdagochtend vloog ik naar Leeds, met Jet2, die helemaal in een hoekje op Schiphol zitten. Het is dus niet voor niets dat ze zo goedkoop zijn. Een groot deel van de reizigers naar Leeds waren van die typische Engelsen, dus ik voelde me al helemaal thuis.
Bij aankomst op Leeds Bradford International Airport stond een afvaardiging van Leeds Met (mijn universiteit) te wachten op mij (te weten: drie meisjes). Ik had eigenlijk gehoopt op een bordje met ‘Mr. Jannes Willems’, maar het was slechts een bordje met de naam van de universiteit. Deze service, die je speciaal moest boeken, bestond uit niet meer dan een ‘ik loop even met je mee naar een taxi’. Daar ontmoette ik Lisa, een meisje uit Haarlem, die ook gaat studeren aan Leeds Met. Ze had, net als ik, een kamer geregeld via Mary Morris, een organisatie die voor internationale studenten complexen beheert. We konden dus samen de taxi in, richting Mary Morris.
Daar aangekomen, kreeg ik van Sarah, de accomodation manager, een kamer in de Lawnswood flat (klinkt sjiek hè? ‘I live at the Lawnswood flat’). De kamer is heel basic en eigenlijk niet zo heel bijzonder. Ook kan mijn raam niet open, dus dat is ook niet echt fijn. Maar, er zou naar gekeken worden. Mijn gang bestaat uit twaalf kamers, met een gedeelde keuken en badkamer. Mijn ganggenoten zijn wel oké, ik heb tot nu toe vooral een Italiaans meisje gesproken die wel grappig was. Toen ik vertelde dat ik misschien wil gaan rugbyen hier, begon ze me een beetje uit te lachen. Tegenover mij zit Hollie (of Holly, maar ik vind Hollie leuker), een echte Engelse, die enthousiast begon te vertellen over hoe goed je wel niet uit kan gaan in Leeds en dat ze niet veel meer wist van het Freshers Festival (de introductieweek, die is aankomende week) van vorig jaar, ‘but it was fun’.
Ondertussen kwam ik erachter dat ik wat dingen vergeten was. Ik had wel beddengoed mee, maar geen dekbed en kussen. Deze kon ik aanschaffen bij de receptie, inclusief beddengoed. Ik heb ook maar meteen een keukenpakket aangeschaft, met daarin één bord, één mes, één vork, enzovoort. Heel fijn als je mensen te gast hebt. Dit samen (beddengoed en keukenpakket) kostte meteen £40, zo’n €50. Mijn eerste Engelse uitgaven, en wat voor een!
Mary Morris ligt aan de rand van Headingley, een studentenwijk, waar volgens de taxichauffeur veel leuke pubs zitten. Bij mij op de hoek zit een Starbucks en ook de supermarkt is niet ver. In mijn straat is het erg rustig en groen, dus je hebt niet het gevoel dat je middenin een stad zit. Aan de andere kant van Headingley ligt een groot deel van Leeds Met. Deze campus is erg groot en doet een beetje Amerikaans aan.
Vrijdagmiddag zijn Lisa en ik al de stad in geweest. Dat was ongeveer een dik half uur lopen. Aan de rand van het centrum ligt het andere deel van Leeds Met. (En dat is pas Leeds Met, de University of Leeds heeft ook nog eens overal gebouwen staan.) Hier merk je wel dat je in een grote stad bent. Veel kantoren en flats en een druk centrum, met mooie Victoriaanse gebouwen. De Louis Vuitton winkel heb ik nog maar even overgeslagen, wel heb ik twee reisstekkers gekocht. Deze praktische dingen zijn nodig om een ‘normaal’ stopcontact (220V) te krijgen en zorgen ervoor dat ik o.a. mijn mobiel en laptop kan opladen en dus met jullie in contact kan blijven! Wat boffen jullie toch.
De Engelse gebruiken zijn soms nog lastig: met oversteken kijk ik standaard de foute kant op. Gisteren kwam er een auto voorbij met daarin een jongetje van 10 achter het stuur. Dacht ik. Maar het stuur zit natuurlijk ook aan de andere kant.
Vandaag (zondag) was er een introductiedag voor internationale studenten, op Headingley Campus. Veel gehoord, veel foldertjes, veel flyers, maar weinig echt belangrijke informatie. Eén flyer wil ik jullie niet onthouden. Sleepless Nights, een organisator van feesten, prijst zichzelf aan met ‘because who needs sleep, when you’ve got beauty?’. IJzersterk. Morgen is de enrolment bij mijn faculteit en een eerste introductie, daar hoop ik meer te horen. Op mijn to do lijstje staan tot nu toe: een Engelse bankaccount openen, een fiets huren en een Engels telefoonnummer regelen.
Tot slot mijn adres:
24 Shire Oak Road
Leeds
LS6 2DE

PS Props to Joren, voor de eerste – en tot nu toe enige – reactie!

Deze advertentie kwamen Lisa en ik vrijdag tegen en deel ik graag met jullie: hij is zo slecht. Misschien wel de slechtste die ik ooit gezien heb. Hopelijk is de kleine tekst leesbaar.

dinsdag 14 september 2010

Aftellen

Nog drie nachtjes slapen en dan is het zover. Ik vertrek naar Leeds.
Dat betekent dat ik niet meer aan iedereen hoef te vertellen 'dat het bijna rond is' of uit te leggen 'waar Leeds ook alweer ligt'. Ja, het is (na best wat moeite) rond en Leeds ligt in het noorden van Engeland. Zeg maar tussen Manchester en York. Google het anders even. 'Goh, wat leuk! En wat ga je daar nou precies doen?' Ik ga keuzevakken volgen aan de Leeds Metropolitan University (kortweg Leeds Met), die in het verlengde van mijn eigen studie liggen. 'Mijn' course group heet Planning, Housing & Human Geography en is een onderdeel van de School of the Built Environment en dat vervolgens weer van de Faculty of Arts & Society. Voor de rest weet ik het ook nog niet precies, maar ik hoefde me verder niet druk te maken, volgens een aardige mevrouw in Leeds. 'I look forward to seeing you in September.'
Het gaat dus bijna echt beginnen, wat ook wel fijn is. Omdat ze in Engeland pas op 20 september met de introductie beginnen, had ik nog een paar weken extra vakantie. Terwijl de rest van Nederland al lang weer was begonnen, sliep ik uit, ging een rondje met Sjimmie wandelen en keek Uitzendinggemist.
Maar het is tegelijk ook spannend en raar, omdat ik Leeds nauwelijks (zeg maar: niet) ken. Ik weet dat er twee universiteiten zijn en er schijnen zo'n 200.000 (!) studenten te wonen (bron: http://www.leedsliveitloveit.com/students/why-leeds, ook handig als je meer wilt weten over Leeds). Ook weet ik niet precies wat de introductie allemaal inhoudt. Ik ga er maar van uit dat het zichzelf allemaal zal wijzen.
Er is in Leeds en omgeving in ieder geval genoeg te doen. Wat ik tot nu toe heb gevonden: veel poppodia en uitgaansplekken, een Urban Outfitters, en uitstapjes mogelijk naar Manchester, Liverpool, nationaal park The Lake District, York en wat verder weg Londen.

Om 9.45 vertrekt vrijdag op Schiphol mijn vliegtuig naar Leeds Bradford International Airport. Ik heb er zin in. Tot snel!

 
BBC Weather Forecast. Qua Engels weer zit het dus wel goed, gelukkig kom ik vrijdag pas aan.